Rene_Nhz schreef:Hi Rob,
Wat vraagjes:
- Als je het midden van L12 en L2 aan aarde legt dan is er geen akoustische koppeling toch? Met verschillende Mms zou je dus een verschillende resonantie frequenties verwachten op SPL en SPL2, Als ik dat simuleer zie ik dat niet.
- "L12/L2 equivalent compliance of the air in the enclosure coupling both cones" "Je ziet dat beide drivers in tegenfase worden aangesloten om de acoustische koppeling reeel te krijgen.". "E3/E1: E3 is the current controlled amplifier and E1 follows the same voltage but inverted.
This because both cones move opposite from each other". Snap ik niet goed, conussen bewegen toch gelijk? Ze bouwen beide druk of een vacuum op zowel in als als buiten de kast.
- Waarom zie je op SPL de +6dB output van beide drivers? Je zou toch verwachten dat je zowel als SPL en SPL2 moet aanklikken op LTspice om de +6dB te krijgen?
Terechte vragen want het lijkt niet heel logisch omdat ik verzuimd heb het mechanische model bij het paper te zetten. Dat staat er nu wel bij in Figuur 3.
Het is het eenvoudigst om je voor te stellen dat de conussen aan weerszijden in de zelfde kast zitten zoals in Figuur 1 (impulsgecompenseerd dus) en dan bewegen ze tegenovergesteld aan elkaar. Ruimtelijk gezien werken ze dan in tegenfase qua beweging. Dat is ook nodig om druk op te bouwen. Die zelfde situatie moet in het elektrische model worden nagebootst zodat er stroom gaat lopen via die equivalente zelfinducties waarbij die stroom de gekoppelde krachten voorstelt.
Dan de eerste vraag:
Je zou verwachten dat aarding verschillende resonantiefrequenties opleveren en dat zie je ook een beetje maar veel minder dan je zou verwachten uit de wortel uit 20.7/14.7=0.84. Dat komt omdat ook bij aarding de master driver de spanning opdrijft bij stroomsturing op zijn resonantiefrequentie. Die zelfde spanning ziet de slave driver ook en omdat zijn resonantiefrequentie daar vlak in de buurt zit volgt hij de spanning gewoon al is de amplitude wel lager. Je ziet dus wel verschillen in amplitudes bij wel of geen aarding omdat zonder aarding, wat een gemeenschappelijke ruimte impliceert, het volume van de grote massa groter wordt dan van de kleine. De neutrale zone waar je een wand zou moeten plaatsen zou dan meer richting de lichte driver liggen. Elektrisch zou dan een van de spoelen groter en de andere kleiner moeten zijn om dat correct te simuleren en geen verschil te zien bij aarding. Ook zonder aarde zijn de pieken in de frequentie respons niet precies gelijk vanwege de demping.
Knip R10 en R5 maar eens door, dan krijg je een hogere Q en liggen de maxima wel op de zelfde frequentie, zowel zonder als met aarde.
Leuk van deze experimenten is wel dat het dus eigenlijk niet veel uitmaakt of je de drivers in een kast of met een scheidingswand uitvoert of zelfs twee kasten (en dat is al eens aangetoond door anderen) maar het model en mijn paper gaat over impulsgecompenseerde (sub)woofers.